Wankel belastingcompromis wordt door het bedrijfsleven onderuit gehaald
Het moeizaam bereikte belastingcompomis ( 10 jaar onderhandelen en mager resultaat) staat weer op de helling. Het is in december naar minister Van Nieuwenhuizen heeft gestuurd, maar roept verzet op bij werkgeversorganisatie VNO-NCW. De minister heeft de Unie en VNO-NCW daarom gevraagd de invoering van aparte tarieven voor woningen en niet-woningen opnieuw te bespreken.
De huidige situatie in Nederland is al zo dat woningeigenaren en huurders 80% van het watersysteem betalen , landbouw 10% en bedrijven 10%. Door de sterke stijgingen van de WOZ waarden wordt het alleen maar een hoegere lastendruk op woningen. Bij bedrijven stijgen de WOZ waarden van bedrijfsgebouwen niet zo snel. Daarom was een apart percentage voor bedrijven nodig om goed in de pas te lopen in de kostenverdeling. Niet naar de zin van het bedrijfsleven, dat rechtstreeks bij de minister op de stoep staat, om deze mogelijk uit het compromis te halen. Unie van Waterschappen en VNO-NCW praten nu verder over (het uitgangspunt van) de tariefdifferentiatie gebouwd. Ondertussen gaat het ministerie – samen met de Unie – verder met de voorbereiding van wetgeving voor de overige voorstellen.
Uit een landelijke toetsing blijkt ook wel weinig waardering is voor het compromis van december. Ook al wordt het ingevoerd al snel zal de discussie over de kosten van de watersysteemheffing weer oplaaien. Gebrek aan draagvlak, niet uit te leggen, zonder transparantie.
Uit bovenstaand blijkt maar weer eens dat geborgde zetels in de waterschappen niet meer van deze tijd is: Bedrijfsleven heeft vaste ondemocratische zetels in alle waterschapsbesturen, pleit in de waterschappen zonder gêne voor lagere belastingen voor hun eigen achterban, loopt de deur plat bij de Unie van Waterschappen – en als het democratische compromis hen dan toch niet zint, hebben ze een achterdeur bij de minister.
